Nieuwe cao meubelindustrie en interieurbouw is een feit

Algemeen 05-02
Nieuwe cao meubelindustrie en interieurbouw is een feit

CNV Vakmensen is akkoord met het eindbod voor een nieuwe CAO meubelindustrie en interieurbouw. In Nederland hoeft maar een vakbond akkoord te gaan voor de formele goedkeuring van een nieuwe cao. Bij FNV loopt de achterbanraadpleging nog tot eind van de week.

Nieuwe cao meubelindustrie en interieurbouw is een feit

Zowel FNV als CNV Vakmensen hebben het eindbod dat CBM op 10 januari heeft gedaan, voorgelegd aan hun achterban. Het akkoord van CNV betekent dat de nieuwe cao een feit is. CBM is gebonden aan het akkoord van CNV op het gedane eindbod. Dat is wat CBM betreft goed nieuws, maar zij hechten wel veel waarde aan een zo breed mogelijk draagvlak aan zowel de kant van werkgevers als werknemers.

Nieuwe cao-afspraken

Duur:
12 maanden, van 1 januari 2024 t/m 31 december 2024

Loon:
Per 1 januari 2024: verhoging van 5,5% over de loonschalen en de daadwerkelijke lonen.
Per 1 februari 2024: verhoging van de maandloonschalen en de daadwerkelijke lonen op maandbasis met € 50,00 bruto.

Reiskostenregeling:
Introductie van een reiskostenvergoeding voor woon/werkverkeer van € 0,23 per kilometer (mits fiscaal toegestaan) van 10 tot 30 kilometer enkele reis. Gelijke en gunstigere reiskostenregelingen kunnen blijven bestaan.

Stagevergoeding:
Introductie van een verplichte stagevergoeding voor stagiairs (geen werknemers) van minimaal € 250,00 per maand bij een fulltime omvang van 5 dagen per week.

Protocolafspraken:

  1. 58+ regeling: gedurende de looptijd van de cao onderzoeken of de regeling van artikel 37 van de cao wat betreft tekst, procedure en uitvoering vereenvoudigd kan worden.

  2. Gedurende de looptijd van de cao onderzoeken of er een collectieve aanvullende zorgverzekering via het sociaal fonds kan worden afgesloten, financierbaar binnen 0.9% premie van de loonsom.

  3. Gedurende de looptijd van de cao onderzoeken of de introductie van een jaaruren norm een werkbaar alternatief kan zijn voor de huidige systematiek van compensatie met roostervrije tijd bij afwijkende arbeidsduur van de werkweek van 37,5 uur per week (bij een werkweek 40 uur: 19 roostervrije dagen en bij een werkweek van 38,75 uur: 12 roostervrije dagen).

De overige voorstellen (behoudens de redactionele voorstellen) uit de respectievelijke voorstellenbrieven dan wel gedaan gedurende de afgelopen 5 onderhandelingsrondes, vervallen.